Uit de kast
Donderdag 27 Januari 2022
Het werd donderdag 27 januari 2022, vorig jaar. Mijn vrouw en ik gingen hulp vragen voor mijn angsten en herbelevingen van het seksueel misbruik die weer opspeelden. De kinderen naar school gebracht en daarna konden we door naar de huisarts.
Zou ik nu opgenomen gaan worden? Klopten mijn herinneringen wel? Die huisarts zou doorprikken, zonder moeite mij ontmaskeren en ik zou de grote leugenaar en verliezer zijn. Het lag toch altijd aan mij? Ik was toch de schuldige? Ik verwachte een doorverwijzing naar de GGZ omdat ik gek zou zijn en onredelijk. Misschien had ik wel een persoonlijkheidsstoornis waar ik mijzelf misbruik aanpraatte om eigen falen te verbloemen.
Of was mijn verhaal toch waar? Mijn vrouw was toch niet voor niets samen met mij? Zij heeft me zelfs geholpen om deze stap te zetten. Ze vind het juist goed om te doen. Is er juist blij mee dat ik eindelijk open kom en hulp ga zoeken. Dat is toch niet gek?
Terwijl we in die wachtkamer zaten voelde ik mij als een klein kind dat bij de meester op het matje moest komen. Als een lam naar de slachtbank. Doodsbenauwd.
We werden geroepen, naar binnen. De huisarts opende met onze vraag voor het consult, “Je vraagt om hulp vanwege herinneringen uit je verleden, kun je daar meer over vertellen?”
BAM. BLOK.
Mijn keel schoot dicht, een enorm brok in mijn strot, ik kon momenten lang niks uitbrengen. Wilde eigenlijk wel verdwijnen in de ruimte, voelde enorme dreiging, keek angstig naar mijn vrouw, zou zij voor mij gaan praten omdat ik het niet kan? Mijn mond wilde nog geen geluid voortbrengen.
“Is het moeilijk om erover te praten? Wil je anders dat je vrouw iets vertelt?”
Nee. Dat bracht me terug. Ik wil niet dat zij ook nog voor haar man moet gaan zorgen die niet voor zichzelf kan spreken.
Dus, “Nee, ik wil wel vertellen.”
“Ik ben seksueel misbruikt, door mijn broers” BAM, het woord was eruit, wat een klap. Dat te benoemen. Nu zou de bijl komen. Mijn kop eraf.
Maar nee… de huisarts reageerde met begrip, hielp mij om iets meer woorden te gaan geven aan wat er gebeurt was. Wanneer was dit? Hoe jong was je? Heb je nu nog contact met je broers, met de rest van je gezin? Hoe is jullie relatie?
En wat is er gebeurt? Wat hield het misbruik in? Kun je stukken herinneren en durf je er dingen over te zeggen? Heb jij ze aangeraakt? Is er over en weer sprake geweest van elkaar betasten en bevredigen? Is er ook sprake geweest van binnendringen, via mond of anus? Heb jij ook handelingen bij hen moeten uitvoeren?
Ik kon vaak enkel knikken of schudden, mondeling antwoord geven was niet mogelijk. Mijn keel schoot te vaak nog helemaal dicht. Soms kon dan mijn vrouw voor mij antwoorden wat fijn was.
Uiteindelijk noemde ook de huisarts mij dapper om nu toch hulp te zoeken. Een goede stap. Hij wees op de complexiteit van mijn verhaal en dat het hem beter leek naar de GGZ te gaan ipv. een “eenpitter.” Een goede psycholoog kan misschien wel veel, maar gezien de vele facetten leek hem een verwijzing naar de GGZ passend.
En daarmee verlieten wij een half uur later het consult. Nu wachten op de GGZ die contact zou opnemen en mij zou laten weten wanneer een intake mogelijk was.
We liepen naar huis, waar we even wat dronken samen en daarna, toch maar door. Ik was toch ook niet ziek, dus op naar mijn werk.
Maar onderweg in mijn werkbus hield ik het al niet droog. Met dikke tranen reed ik over de snelweg, wat moest ik nu straks mijn collega’s vertellen? Mijn vriend had aangegeven dat ik enkel trauma hoefde te delen, of zelfs nog minder als ik dat wil. Niemand hoeft het te weten.
Tegelijk, ik weet dat ik het toch niet voor mij kan houden… ik zal huilen, dikke tranen krijgen en geen raad meer weten. De reactie van de huisarts, die begrip toonde, mij steunde en niet voor gek verklaarde. Het maakte het verlangen naar eerlijkheid en openheid groter dan mijn angst. En wetende dat ik vroeger of later toch zou delen, dan maar beter gelijk botte bijl erin.
Dus eenmaal op de zaak vroeg ik een moment van mijn naaste collega’s op het kantoor. En vertelde ze: “Ik ben zojuist bij de huisarts geweest om hulp te vragen in verwerking van mijn verleden. Ik ben seksueel misbruikt als kind. En die herinneringen komen nu boven en wil ik aan werken.”
Je kon even een speld horen vallen. En daarna: één grote omhelzing, warm bad “wat verschrikkelijk, wat goed dat je hulp zoekt, bijzonder dat je het hier durft te vertellen, we zijn er voor je, als je iets nodig hebt, als we iets voor je kunnen doen.”
Het was zo bijzonder en zo helend deze reactie van collega’s te krijgen. Het startpunt van de lange ontdekkingsreis: delen is helen.
Vervolgens heb ik mijn route gereden en rest van mijn werkdag afgemaakt. Onderwijl wel een appje verstuurd: “Voordat we vanavond gaan oefenen heb ik nog een mededeling. Mag ik wat vertellen?”
Die avond zou ik namelijk oefenen voor de muziek van die zondag. Ik speel o.a. drums en ook deze zondag zou ik met een team samen de muziek verzorgen.
Dus die avond zat ik tussen zes andere mannen, koffie drinken, eerst was het gezellig kletsen maar bij mij zat de dikke appel wel in mijn keel… en op een gegeven moment was het daar: “Nathan, jij wilde nog iets vertellen?” ... (stilte... ademhalen... slikken)
Toen die avond voor de derde keer die dag gedeeld. Waarom ik die ochtend bij de huisarts zat. En opnieuw kreeg ik zoveel helende reacties. Mijn broeders daar waren oprecht geschokt, konden even niks uitbrengen, ze reageerden begripvol, voor een stel muzikanten waren we abnormaal stil. Van de zangleider kreeg ik een dikke hug: “Hoe zwaar het ook wordt, wij slepen je erdoorheen.”
Het werd een bijzondere oefenavond. Een hele bijzondere afsluiting van een onvergetelijke dag. 27 januari 2022, ik was ‘uit de kast’.